In een andere tijd verkeren

Het begint met een bepaalde onrust in me. 
Een gevoel van ergens naar op zoek zijn zonder richting. 
Maar ook met iets van vervreemding. ‘Het past niet, ik pas niet.’ 

Ik begrijp steeds minder van de wereld om me heen. 
Ik snap veel niet van de keuzes die gemaakt worden, 
van het wegkijken, het uitstellen. 
Wat is de waarde van geld als schoonheid verdwijnt? 
Wat hebben we aan de Meta virtual reality van Mark Zuckerberg
als mensen steeds eenzamer zijn en behoefte hebben aan bezoek? 
Wat heb je aan industriële ontwikkeling als de aarde sterft?
Wat doe je als alles schreeuwt ‘help, red mij, het gaat niet meer!’ 
en leiders zeggen ‘is goed, over 10 jaar’. 

In die wereld voel ik mij een vreemdeling. 
En niet alleen nu, toen ik jong was had ik ook van die momenten.
Dat ik soms uitzoomde en dacht ‘dit is een rare wereld,
met rare oplossingen, die ik niet begrijp.’
Wie is er gek? 
Dat is meestal mijn cue.

Dan weet ik dat het tijd wordt om te schrijven, in mijn dagboek,
aan een stuk, een artikel, op mijn Weblog. Liefst langdurig,
zodat ik me ergens in kan vastbijten. 
Anders glijd ik weg, machteloos, dolend en grumpy. 
Een boek zou goed zijn. Het is ook alweer even geleden, 
mijn laatste boek kwam uit in 2016. 
Maar ik heb geen idee. 
Ja, misschien een paar losse draadjes.
Maar niet echt, dat ene.

Lees verder

Liefde en lezen

Diykq-LXcAA4QzW

Om met de deur in huis te vallen, de afgelopen maanden zijn er twee boeien geweest die ik heb vastgepakt: liefde en lezen.

Lezen maakt me rustig en brengt me bij wat er echt toe doet. Het is voor mij, net als de liefde, een intieme aangelegenheid. Een goed boek ervaar ik als een onthulling, kwetsbaar, je wordt toegelaten in iemands persoonlijke verhaal. Je mag mee in hun zoektocht, en wordt daardoor deelgenoot van hun diepere vragen die blijken te raken aan de mijne. En dan ineens die zin of zinnen waarvan je denkt, had ik die maar geschreven. Taal kan zo schoon zijn. Soms is een boek zo raak dat ik daarna even een tijdje niet meer kan lezen. Ken je dat? Dat je niet zomaar weer ruimte hebt voor een ander boek, alsof je direct na aankomst over zou stappen in de volgende bus naar een verre bestemming. Die ervaring had ik na het lezen van de nieuwe roman van Thomas Verbogt, Hij heeft me met zijn ‘Als je de stilte ziet’ de afgelopen tijd geraakt en opgetild. Het trilde nog lang na.

Een tijd eerder kwam dit pareltje op mijn pad: ‘Een bijna volmaakte vriendschap’ van Milena Michiko Flasar.
‘Dat meisje daar, ze roert zonder ophouden met haar vinger in de plas. Maakt alleen maar tekeningen die vervloeien. Het is een zinloos en toch gelukkig spel. Het meisje lacht voortdurend. Ik vraag me af waarom wij dat niet meer kunnen, zinloos gelukkig zijn. Waarom we, als we groter worden, in nauwe en lage ruimten zitten, waar we ons ook bevinden, hooguit van de ene ruimte naar de andere gaan, terwijl we als kind toch in een ruimte zonder muren waren. Want zo herinner ik het me: toen ik klein was, was mijn onderdak mijn hier en nu. Noch het verleden noch de toekomst kon me iets maken, en hoe mooi zou het zijn als dat vandaag nog zo was. Als we bijvoorbeeld niet voor het resultaat zouden werken, maar uit overgave, zonder inspanning.’

Zoveel moois in deze passage. Mijn onderdak mijn hier en nu. Zinloos gelukkig zijn. Iets doen, niet met een reden, een resultaat, maar puur omdat je het graag doet. Geen inspanning maar overgave. Voor mij zit dat in spontane ontmoetingen die raken, zomaar op straat, thuis aan tafel met dierbaren, theater, schoonheid, muziek, de moeder gans die hier in de sloot voorbij zwemt met haar vijf jongen. Het zijn ook juist die dingen waar we in alle drukte zo snel aan voorbijgaan.
En de liefde. Ik heb de afgelopen tijd zo goed gevoeld wie me lief is. Door de opgelegde afstand kwam juist het besef wie echt nabij zijn. Ook mijn eigen geliefde heb ik opnieuw leren kennen, zo op elkaars lip, onder elkaars huid, de verschillen pregnanter, de behoefte elkaar opnieuw te ontdekken en lief te hebben groter.

Niet alleen wie, maar ook wat ook me lief is, werd helder. Dat bleken geen grote dingen en het lag heel dichtbij huis, wat een fijne ontdekking.
Veel mensen die ik heb gesproken in mijn coachingspraktijk en op straat (zoveel meer contact gehad met mijn buurtjes in de straat en in de supermarkt) vonden het fijn om de afgelopen maanden zo dichtbij huis te blijven. De eenvoud die het brengt, als alle overtollige onrust en afleiding wegvalt. Zelfs jongeren en studenten heb ik horen zeggen dat het best fijn was, even geen afspraken, geen evenementen, niet doorlopend ‘aan’ staan, het wegvallen van de FOMO, fear of missing out. Bizar toch, dat je meedoet niet omdat je er zin in hebt, maar uit sociale angst iets te missen?

Het is dichtbij vaak veel fijner dan we denken. Rommelen in huis, of in de tuin, een praatje met de buren, wandelen langs een slootje, lekker koken, boodschappen doen voor iemand die het nodig heeft. Het is echt waar: klein geluk ligt op de stoep.
Daarom stuit het misschien ook wel op zoveel weerstand dat de overheid nu als prioriteit heeft om de KLM te redden. Waarom eigenlijk? Als ik mensen vroeg: wat heb je gemist de afgelopen tijd? heb ik zelden iemand gehoord die zei: ‘dat ik niet meer kon vliegen.’ Het blijkt geen primaire menselijke behoefte, maar een maatschappelijke financiële kwestie. De stem van de macht en het geld die spreekt en besluit. En voor we het weten, wordt dat weer normaal en volgen we deze maatschappelijke norm.

Maar we zijn geen volgers, we zijn medescheppers. En we hebben de keuze, ook nu alles langzaamaan weer ‘open’ gaat. Laten we vanuit vrijheid kiezen en dichtbij blijven.
Bij wat we hervonden hebben. Bij onszelf en bij elkaar.

 

Ps mooie boekentips zijn hier te vinden, in mijn digitale bibliotheek

 

 

‘Stap met frisse moed van vaste grond’

Ik ben eindelijk weer aan lezen toegekomen, wat fijn is dat. Als ik zelf aan het schrijven ben, kan ik er niet bij lezen, maar nu mijn boek ‘Een schat aan Liefde’ gelanceerd is, kan ik eindelijk m’n hart weer ophalen.
‘Kom hier dat ik u kus’ van Griet Op de Beeck vond ik een mooie roman, aangrijpend en goed geschreven. En ook heb ik met veel plezier ‘Dit wil je weten’ gelezen, een verzameld werk waarin verschillende wetenschappers, ondernemers en kunstenaars gevraagd werd ‘Welk inzicht uit je vakgebied kan anderen helpen in het dagelijks leven?’ Daar komen hele verschillende en inspirerende antwoorden op, maar opmerkelijk is dat er ook iets gemeenschappelijks valt te ontdekken bij aan aantal van de 93 toonaangevende denkers: velen spreken over de noodzaak voor ons dagelijks leven van het ‘niet weten’, van onzekerheid, van falen.

Zo stelt Thomas van Aalten (columnist en schrijver): ‘Faal en verwonder u. Het moderne leven is te vaak ingericht op een stelsel van goed en fout. Er is maar weinig ruimte voor ‘Tja, zou kunnen, moet ik over nadenken.’ ‘Falen op menig gebied, maakte mij een sterker mens, en steeds bleef ik mij verwonderen over de oorzaken door me af te vragen: ‘Hoe kan dat nou?’ Er is niks mis met zwaktes erkennen, omdat je ze weer kunt compenseren of verrijken met je krachten. Ik geloof in herstel na falen, berusting na verwondering en actie na verbazing.’

Prachtig vind ik deze opsomming, en hoopgevend. Dat de weg van twijfel, falen en verwondering tot de juiste actie leidt. Ik ervaar dat regelmatig op verschillende vlakken, zoals in het moederschap (met drie kinderen die zo verschillen in leeftijd, denk ik vaak: en nu? Help!..en dan blijkt er altijd uit onverwachtse hoek een ingeving te komen) maar ook als ik aan het schrijven ben. Alsmaar weer die twijfel, die ik in beginsel vervloek, maar waar ik uiteindelijk niet zonder kan: het maakt dat ik blijf zoeken, naar de taal en het echte verhaal voorbij de clichés.

Componist Merlijn Twaalhoven zegt: ‘In klassieke muziek ontmoeten verbeelding en emotie elkaar in een spel dat je losrukt uit je patronen van denken en doen. Een ontmoeting slaagt bij de gratie van openheid, je bent pas open als de situatie niet voorspelbaar is.’

‘..en ineens sta je daar: onthand, ontheemd, beduusd. Wat sta je nou te doen? Wat is dit?’ Ook wat Jan-Willem Romeijn (Hoogleraar Wetenschapsfilosofie) betreft zijn dat nuttige momenten. ‘Er zijn zoveel zaken die zich aan ons blikveld onttrekken. We zijn geneigd om ons (denk)kader voor lief te nemen en de zaken alleen vanuit dat kader te bekijken. Door het absurde in ons kader te laten doordringen, kunnen we aan het kader ontsnappen. En daarmee komt de vernieuwing in zicht. Dus probeer zo nu en dan helemaal het zicht op de betekenissen kwijt te raken en stap met frisse moed van vaste grond.’

Ik vind het een pracht nieuwjaarswens: laten we vol verwondering en met frisse moed van vaste grond stappen in 2015!