Kamer in Kiev

Ik heb via Airbnb een kamer in Kiev geboekt. Een simpele kamer bij mensen thuis, als een directe manier om geld te doneren (Bnb rekent geen kosten), en om misschien even in contact te zijn met de mensen daar. Binnen een half uur kwam er een reactie van iemand uit Kiev. Ik vraag hem hoe de situatie nu is in Kiev. ‘Het luchtalarm is van tijd tot tijd aan, er zijn explosies op verschillende plekken in de stad, afgelopen nacht heeft een Russische raket een groot winkelcentrum vernietigd.’ Ze kunnen alleen boodschappen doen als er geen alarm is. Daar dus ook al.

Zo dichtbij, en zo gruwelijk wat zich daar allemaal afspeelt. Beelden van gehavende gebouwen, schuilende mensen, stromen vluchtende mensen, kapotgeschoten ziekenhuizen, scholen, theaters. Het gaat maar door. En ik zit hier. 
Ik ga voor het eerst weer even buiten zitten, na dagen Corona. Op een stoel in mijn tuin, de zon op mijn gezicht. Alles staat sinds vier weken in een ander licht, in een ander perspectief. 

Een Vlaamse Gaai landt op de rand van het vogelbad en hupt er dan in. Hij spettert alsof z’n leven ervan afhangt. Vier, vijf keer in de rondte, kopje losschudden en klaar! Schoon weer door. Er vliegt een bosje takjes door de lucht, er zit een heel klein vogeltje aan vast, richting een nestje in aanbouw. Gelukkig blijven vogels altijd weer nestjes bouwen en eieren leggen. 

Er is een baby geboren in het metrostation van Kiev en in schuilkelders in Dnipro worden de baby’s beschermd. Want de kinderziekenhuizen worden beschoten. Dat schendt niet alleen de afspraken (er gelden wetten en gebruiken in tijden van oorlog die bedoeld zijn om mensen te beschermen die niet meedoen aan de oorlog), maar vooral alle menselijke waarden. Het theater in Marioepol waar met grote letters in het Russisch ‘kinderen’ op staat is met de grond gelijkgemaakt.

De slechtheid van één man. We weten wie hij is. Hij is onderdeel van onze wereld. Hij heeft handen geschud en aan tafel gezeten met onze Europese leiders. 
Wie stopt hem?

Er is een belang. Altijd weer zijn er belangen. En belangen gaan meestal over geld. Olie, gas, geld, alsmaar geld. Het heilige goed van de afgelopen eeuw, van waaruit wordt gemeten en besloten en wordt weggekeken, als dat zo uitkomt. Met geld koop je geen leven, geen menselijkheid, geen waardigheid, geen liefde van hart tot hart, geen verwondering.

Twee meerkoetjes schieten achter elkaar aan, in de vijver aan de rand van de tuin. Het gaat er fel aan toe. Ze strijden om een gunstig plekje aan de waterkant tussen het riet, want ook zij gaan een nestje bouwen. Van alle eenden en ganzen die ik hier de afgelopen jaren heb zien broeden en kramen, waren de meerkoetjes altijd degene die al hun babykoetjes (?) in leven wisten te houden.

Ben ik te idealistisch om te hopen op een wereld waar menselijke waarden tot heilig goed worden verklaard? Om te hopen op een bijeenkomst met alle Europese leiders die uitroepen: “En nu is het genoeg geweest! Sinds de Industriële revolutie heeft de productie van goederen dag en nacht op volle toeren gedraaid, is de mens in een enorme expansieve ontwikkeling beland, leven we dag en nacht achter en door apparaten heen, is er ongelofelijk veel geld verdiend en zitten we nu op een punt dat we kunnen zeggen: genoeg industrie en rijkdom!” We richten onze aandacht op waar roofbouw is gepleegd en waar we almaar armer zijn geworden: de natuur, verdeling van bezit, een huis voor iedereen, vreedzaam samenleven, zorgdragen voor elkaar. Het ministerie van liefde en volkshuisvesting. Het ministerie van hartzaken en kostbaar erfgoed. Zoiets. Is dat zo moeilijk? Of ben ik niet van deze wereld?

De krokusjes zijn ineens allemaal uit. Ze staan in plukjes rond de vijgenboom. Dat moet gebeurd zijn terwijl ik op bed lag. Ik ben dol op krokusjes: zo klein maar vol van kleur. De paarse vooral, maar de gele ook, en ik zie ineens allemaal witte krokusjes. Ik vind ze allemaal leuk. 

‘It is morally difficult’, zegt de man van de kamer uit Kiev.
Navalny, politiek en sociaal activist krijgt nog eens negen jaar celstraf.. Hij is van Russisch-Oekraiense afkomst. Hij groeide op in Rusland, maar bracht als kind zijn zomervakanties door bij zijn grootmoeder in Oekraïne. Veroordeeld zonder eerlijk proces, geen rechtspraak. Het is zijn doodvonnis. Dat kan dus zomaar.
Verbijstering, steeds weer. Onmacht. 

Wat kan je doen?
Op de rand van mijn wc staat een tegeltje met een engeltje erop
en de tekst ‘tijd voor een wonder’. Tot hier kom ik.

Een lieve groet, Marthe van der Noordaa


Tegeltje: Anna Anuka

Kunst koesteren

In deze tijd van het jaar vindt altijd de Kunst10daagse plaats in Bergen. Tien dagen lang kunst van ruim tweehonderd kunstenaars op honderzestig locaties; in ateliers, in tuinen, in het bos, bij mensen thuis, in cafés, rond de kerk. Een groots event in het kleine dorp Bergen, waar tijdens die 10 dagen soms wel 30.000 mensen op af komen. Maar helaas: het gaat niet door! Vanwege aangescherpte corona maatregelen, is net besloten. Wat een strop, voor de kunstenaars uiteraard, maar ook voor de bezoekers, voor ons mensen. 
Want wat is een leven zonder kunst? 

Die vraag dringt zich steeds vaker aan me op nu zoveel theaters sluiten, muziekfestivals worden geannuleerd, orkesten worden opgebroken, exposities amper worden bezocht. Zoveel kunstenaars niet gezien, niet gehoord. Je zou kunnen denken: kunst is een extraatje, een soort luxe, geen belangrijke levensbehoefte. Dus ja, jammer als het niet doorgaat maar geen ramp. Het is ook geen ramp, maar wel een groot gemis. Kunst brengt iets wat voorbij het logische denken gaat, voorbij kosten en baten, voorbij ‘nuttig’. En daarmee is het juist zo waardevol.
Het tilt ons naar een ander niveau, voorbij de alledaagse sores en platheid, naar het niveau waar we geraakt worden zonder te begrijpen, waar we getroost worden door onbekenden, waar tragiek toegankelijk en behapbaar wordt, waar we kunnen worden herinnerd aan wat wezenlijk is, of waardoor we simpelweg opgetogen en verfrist huiswaarts kunnen keren.
Kunst als balsem voor de ziel. 

En dat lijkt me juist in deze tijd geen overbodige luxe, maar noodzaak. De vervreemding waar we meer en meer in terecht komen, door alle maatregelen, maar ook door de enorme vlucht die de digitale ontwikkeling heeft genomen in de afgelopen decennia. Steeds meer mensen raken in een isolement, zijn eenzaam, somber, ontheemd. De expansiedrift heeft ons veel welvaart gebracht, zeker, maar op een ander vlak zijn we veel armer geworden. Op het eenvoudige menselijke vlak, van direct contact, zorgdragen voor elkaar en afstand overbruggen. Op het vlak van iets doen, niet omdat je er beter van wordt, maar omdat je hart ernaar uitgaat. Kunst ontstaat vaak vanuit deze passie. In die zin is kunst, net als de liefde, om niet. 

Ik moet in dit kader denken aan een citaat van Charles Eisenstein een Amerikaanse schrijver en activist, die pleit voor een nieuwe kijk op de wereld van ‘separation’ naar ‘interbeing’.
Laat het duidelijk zijn dat dit de revolutie is: liefde voor alles dat leeft om wat het is en niet vanwege de waarde ervan. Als we ons daarvoor openstellen, zal niet alleen onze verhouding tot de natuur veranderen. Het zal ook leiden tot een transformatie van ons economisch systeem, dat juist gebaseerd is op het uit winstoogmerk uitbuiten van mensen.

‘Liefde voor alles dat leeft om wat het is en niet vanwege de waarde ervan.’ Zo mooi. En revolutionair omdat we daar zo ver vanaf zijn geraakt. Gewend als we zijn om keuzes te maken vanuit: wat levert het op? Het is een rigoureuze beslissing om ons daarop te richten, te midden van de pandemie: om de liefde lijdend te laten zijn. Menselijk dichtbij. 

‘Blijf dansen, lachen, luisteren, voelen’, staat boven de agenda van het Internationaal theater Amsterdam. Laten we de theaters bezoeken, de muzikanten uitnodigen, musea binnenwandelen, filmhuizen steunen. Laten we de kunst koesteren als een noodzakelijk kostbaar goed.

Marthe van der Noordaa

Liefde en lezen

Diykq-LXcAA4QzW

Om met de deur in huis te vallen, de afgelopen maanden zijn er twee boeien geweest die ik heb vastgepakt: liefde en lezen.

Lezen maakt me rustig en brengt me bij wat er echt toe doet. Het is voor mij, net als de liefde, een intieme aangelegenheid. Een goed boek ervaar ik als een onthulling, kwetsbaar, je wordt toegelaten in iemands persoonlijke verhaal. Je mag mee in hun zoektocht, en wordt daardoor deelgenoot van hun diepere vragen die blijken te raken aan de mijne. En dan ineens die zin of zinnen waarvan je denkt, had ik die maar geschreven. Taal kan zo schoon zijn. Soms is een boek zo raak dat ik daarna even een tijdje niet meer kan lezen. Ken je dat? Dat je niet zomaar weer ruimte hebt voor een ander boek, alsof je direct na aankomst over zou stappen in de volgende bus naar een verre bestemming. Die ervaring had ik na het lezen van de nieuwe roman van Thomas Verbogt, Hij heeft me met zijn ‘Als je de stilte ziet’ de afgelopen tijd geraakt en opgetild. Het trilde nog lang na.

Een tijd eerder kwam dit pareltje op mijn pad: ‘Een bijna volmaakte vriendschap’ van Milena Michiko Flasar.
‘Dat meisje daar, ze roert zonder ophouden met haar vinger in de plas. Maakt alleen maar tekeningen die vervloeien. Het is een zinloos en toch gelukkig spel. Het meisje lacht voortdurend. Ik vraag me af waarom wij dat niet meer kunnen, zinloos gelukkig zijn. Waarom we, als we groter worden, in nauwe en lage ruimten zitten, waar we ons ook bevinden, hooguit van de ene ruimte naar de andere gaan, terwijl we als kind toch in een ruimte zonder muren waren. Want zo herinner ik het me: toen ik klein was, was mijn onderdak mijn hier en nu. Noch het verleden noch de toekomst kon me iets maken, en hoe mooi zou het zijn als dat vandaag nog zo was. Als we bijvoorbeeld niet voor het resultaat zouden werken, maar uit overgave, zonder inspanning.’

Zoveel moois in deze passage. Mijn onderdak mijn hier en nu. Zinloos gelukkig zijn. Iets doen, niet met een reden, een resultaat, maar puur omdat je het graag doet. Geen inspanning maar overgave. Voor mij zit dat in spontane ontmoetingen die raken, zomaar op straat, thuis aan tafel met dierbaren, theater, schoonheid, muziek, de moeder gans die hier in de sloot voorbij zwemt met haar vijf jongen. Het zijn ook juist die dingen waar we in alle drukte zo snel aan voorbijgaan.
En de liefde. Ik heb de afgelopen tijd zo goed gevoeld wie me lief is. Door de opgelegde afstand kwam juist het besef wie echt nabij zijn. Ook mijn eigen geliefde heb ik opnieuw leren kennen, zo op elkaars lip, onder elkaars huid, de verschillen pregnanter, de behoefte elkaar opnieuw te ontdekken en lief te hebben groter.

Niet alleen wie, maar ook wat ook me lief is, werd helder. Dat bleken geen grote dingen en het lag heel dichtbij huis, wat een fijne ontdekking.
Veel mensen die ik heb gesproken in mijn coachingspraktijk en op straat (zoveel meer contact gehad met mijn buurtjes in de straat en in de supermarkt) vonden het fijn om de afgelopen maanden zo dichtbij huis te blijven. De eenvoud die het brengt, als alle overtollige onrust en afleiding wegvalt. Zelfs jongeren en studenten heb ik horen zeggen dat het best fijn was, even geen afspraken, geen evenementen, niet doorlopend ‘aan’ staan, het wegvallen van de FOMO, fear of missing out. Bizar toch, dat je meedoet niet omdat je er zin in hebt, maar uit sociale angst iets te missen?

Het is dichtbij vaak veel fijner dan we denken. Rommelen in huis, of in de tuin, een praatje met de buren, wandelen langs een slootje, lekker koken, boodschappen doen voor iemand die het nodig heeft. Het is echt waar: klein geluk ligt op de stoep.
Daarom stuit het misschien ook wel op zoveel weerstand dat de overheid nu als prioriteit heeft om de KLM te redden. Waarom eigenlijk? Als ik mensen vroeg: wat heb je gemist de afgelopen tijd? heb ik zelden iemand gehoord die zei: ‘dat ik niet meer kon vliegen.’ Het blijkt geen primaire menselijke behoefte, maar een maatschappelijke financiële kwestie. De stem van de macht en het geld die spreekt en besluit. En voor we het weten, wordt dat weer normaal en volgen we deze maatschappelijke norm.

Maar we zijn geen volgers, we zijn medescheppers. En we hebben de keuze, ook nu alles langzaamaan weer ‘open’ gaat. Laten we vanuit vrijheid kiezen en dichtbij blijven.
Bij wat we hervonden hebben. Bij onszelf en bij elkaar.

 

Ps mooie boekentips zijn hier te vinden, in mijn digitale bibliotheek

 

 

Liefde voor het lot

58086710-red-luchtballon-zweven-over-misty-mountain-in-vang-vieng-laos

Afgelopen zaterdag stond ik met mijn vader beneden in de hal van het gebouw waar hij een appartement heeft.  ‘Waarom kom je niet even boven?’, vroeg hij. Ik legde het weer uit, over dat nare virus dat rondwaart, zo besmettelijk, en waarom dat hij dat echt niet moet krijgen.

Mijn vader is 89 jaar en we zijn heel voorzichtig met hem. We hebben zelf het virus niet, maar zijn wel in contact geweest met mensen die Corona hebben (of hebben gehad) en dat levert dat ‘grijze gebied’ op, waar we weinig over weten wat daar besmettelijk aan is. Niet meer bezoeken of ophalen voor een uitje, geen knuffels, wel iedere dag bellen, pakketjes met favoriete dingen sturen, en de boodschappen tot aan de voordeur. Nodig, maar jeetje wat is dat kaal en eenzaam.

We bleven even staan praten, daar in de hal, met anderhalve meter en een boodschappentas tussen ons in. ‘Hoe gaat het papa, lastig he?’ ‘Nou het gaat wel hoor, niet alles kan meer nee.’ Hij keek me rustig aan. En zei toen: ‘Het doet me een beetje denken aan de oorlogstijd, toen kon ook niet alles. Je kon niet reizen, en als je al op pad ging, had je hooguit een fiets. Dan was je blij. Je zette houten banden op je fiets, anders pakte de Duitsers ‘m af.’ Ik ken het verhaal maar vind het altijd weer bijzonder als hij erover spreekt. ‘En als er dan gebombardeerd werd, want dat gebeurde veel bij ons in Wassenaar, wist je dat je direct in de berm moest gaan liggen. Binnen blijven was natuurlijk beter. Maman (mijn oma) kreeg nog een keer een scherf in haar gezicht.’ Lees verder

Rutger Bregman gevoel

IMG_3610.JPG.M.detalis

Het is dinsdagavond. Ik loop tevreden door het Vondelpark in Amsterdam, terug naar mijn auto. Ik heb net gegeten met een lieve collega van het ITIP, waarbij we allerlei communicatie dingen hebben besproken. Ontspannen, samen, prettig. Daarvoor hadden we een interview gehad met de mannen van Blendle, Alexander Klöpping en Rick Pastoor (waarschijnlijk ken je ze wel van die digitale nieuwskiosk waar je losse artikelen kunt aanschaffen). Ook dat was een verrassend prettig gesprek geweest, grondig en openhartig. Ik was geraakt door hun openheid, en hun drijfveer om het goede in mensen te stimuleren.

Dus ik mijmerde nog wat na in mijn auto terwijl ik met een Rutger Bregman gevoel de stad uitreed: inderdaad ja, de mensen deugen. En zoals wel vaker in Amsterdam (doorlopend in verbouwing) werd ik omgeleid en belandde ik op een voor mij onbekende route. Het was even zoeken. Op een goed moment aarzelde ik, linksaf de snelweg op of juist rechts aanhouden?

Achter me hoorde ik toeteren, ik remde af. En toen werd ik van rechts ingehaald door een busje, die me afsneed. En niet een beetje, hij ging volledig overdwars voor me staan, waardoor ik niet meer verder kon rijden. Vervolgens kwam er een grote man uit het busje, met een flinke zaklamp in zijn hand. In een flits dacht ik: shit, waar zit eigenlijk de deurvergrendeling in deze Tesla?! Als je niet technisch bent (zoals ik) is het sowieso best ingewikkeld zo’n Tesla, niks geen knopjes, hendeltjes, wijzertjes, alles zit in die ene IPad.

Maar goed, die man dus. Hij stevende op me af en begon met de zaklamp op mijn raam te tikken. Het leek erop dat hij mij de auto uit ging sleuren… Maar mogelijk had hij last van hetzelfde als ik: de deurknop aan de buitenkant is erg hightechdesign weggewerkt, dus niet zo snel open? Hij begon tegen me te schelden in een taal die ik niet verstond en het enige wat ik uit kon brengen was: ‘Ik ben de weg kwijt! Kan jij me misschien helpen?’
Dat had hij niet zien aankomen, geloof ik, want hij stond even helemaal stil. Wat nu? Zijn buskruit leek weg te lopen. Wat bleef is dat hij met de zaklamp vol in mijn gezicht bleef schijnen, en ik daar zat als een blind konijn met mijn armen omhoog.
Toen riep hij nog iets wat ik niet verstond, maar ik vermoed dat het iets anders was dan ‘o sorry, nou fijne avond nog’, en ging terug naar zijn busje. Hij scheurde weg. Achter ons een aardige file (geen hulp van die kant overigens).

Bibberend reed ik door, de snelweg op, de verkeerde afslag bleek, maar het kon me niks schelen. Ik had wel even een paar rondjes nodig om bij te komen.
Er ging van alles door me heen. En er doemde een scenario op wat ik zo goed ken: wat leven er toch een idioten op de wereld die ik niet kan volgen?! Eigenbelang, woede, ongeduld. Niet de liefde, schoonheid, onze aarde koesteren, nee plunderen, macht, geld. En voor ik het weet komt die idiote president van Amerika weer voorbij, en onze politici, die zoveel beslissingen voor ons nemen, hoe integer zijn hun motieven? Het zal wel weer tegenvallen die Miljoenennota, veel geld naar defensie en wegen en niet naar wat er echt toe doet: onderwijs, de zorg, het klimaat? Ik was aardig op weg in deze negatieve lus, toen ik dacht: nee, ik ga me het positieve gevoel van deze avond niet af laten nemen door een gek met een zaklamp.

Het was een innerlijk besluit en ik begon zachtjes te zingen. Dat helpt mij om terug te keren naar wat van waarde is voor me. De mensen die me raken. Die net als ik, zoekend, uit willen gaan van het beste. Miljoenen andere mensen zijn dat, ongewapend, met een groot hart. De meeste mensen deugen.

 

Marthe van der Noordaa

We love you back

michellebarackhug

Er zijn de laatste tijd dagen dat ik het nieuws vermijd en de krant links laat liggen. Puur omdat het me teveel aangrijpt en ik dan dagen van slag ben over wat er gebeurt in de wereld. Net zoals het me echt zorgen baart wat de nieuwe president Trump in zo’n korte tijd teweegbrengt; hoeveel makkelijker is het om iets kapot te maken dan om iets op te bouwen? En het is nog maar net begonnen.

Wat te doen?
Hoe om te gaan met de ontreddering over wat er allemaal gebeurt? Daar loop ik al enige tijd mee rond. En toen wees een lieve collega mij op de website van Barack en Michelle Obama. Direct werd ik getroffen door de foto en de tekst op de Homepage van hun site. Gearmd staan ze op het balkon van het Witte Huis, met de tekst ‘We love you back.’ Ik besef dat het altijd hun insteek is geweest: hun liefde openlijk tonen, voor elkaar, voor hun dochters, maar vooral voor veel verschillende mensen uit alle lagen van de bevolking. Dieper in de website vind ik een aantal kernbegrippen, waar ze voor staan en van waaruit ze de liefde activeren.

We respect , we empower, we include, we act.

En ineens vind ik dat een hele fijne kapstok, voor deze tijd. De woorden zijn me tot steun en geven richting.
Respect tonen, natuurlijk zou je denken, maar niet meer zo vanzelfsprekend nu we het gedrag zien van Trump. Wel iets waar ik me dagelijks op kan richten: respect opbrengen voor de ander, voor een andere mening, voor wat ik niet meteen kan volgen, voor wat anders is dan in mijn straatje past. Niet meteen oordelen, maar eerst maar eens wat meer in verdiepen.
We empower: autoriseren. Dat is zoiets als bevoegdheden aan anderen delegeren, door mensen te betrekken bij het beslissingsproces. Daar spreekt zoveel vertrouwen uit! Samenwerken vanuit vertrouwen in plaats van achterdocht. Betrek mensen in het proces van wat je bezighoudt en wat je aan het doen bent, in plaats van alleen een mededeling te doen of de uitkomst te delen.
We include: het opnemen en omvatten. En daarin kiezen voor samen, in plaats van het isolement en het eigenbelang. Alleen zijn we zo nietig, speldenprikjes op het megagrote prikbord van de aarde. Samen kunnen we de krachten bundelen en iets betekenen.
En tot slot: We act. Handelen! Doen wat je zegt, nakomen wat je belooft. Maar vooral: het doet ertoe wat je doet. Niet afwachten, niet denken: ‘Laat maar zitten, want ik kan toch geen verschil maken?’ Dat is niet zo. Wij zijn tot zoveel in staat. Het doet ertoe als je je uitspreekt, tot actie overgaat, je stem uitbrengt en de liefde uitdraagt op jouw manier.

Laten wij die ene zijn en doen wat moet gedaan. Jij en ik.

‘Ik geloof in jou en mij’

Fluistering

close-up-van-de-slak-shell-op-een-plank_1161-99

Mijn opa had een vlinderverzameling, een muntenverzameling en een in mijn ogen zeldzaam grote schelp, en ik was dan ook blij toen hij op een goede dag dichter bij ons in de buurt kwam wonen. Nu kon ik na school op mijn fiets naar hem toe, om naar de munten te kijken (de opgeprikte vlinders liever niet) en de zee in de schelp te horen. Kennelijk deed ik dat liever dan met een vriendin spelen of touwtje springen en elastieken op straat, wat ik ook echt leuk vond in die tijd. Maar dit ging voor.

Als ik binnenkwam zette mijn opa thee, ik ging dan alvast bij de kist staan en bekeek de munten die in kaarsrechte rijen waren uitgestald. Munt voor munt, ging ik ze af. De verschillende groottes, wat er opstond, en welke bij welke hoorden.
Dan dronken we zwarte thee, meestal met een blokje oude kaas erbij (ik geloof niet dat mijn opa ooit koekjes in huis had). En dan kwam het moment dat mijn opa zei: ‘pak ‘m maar.’ Ik liep naar het vitrinekastje en haalde heel voorzichtig de grote blauwwitte porseleinen schelp tevoorschijn. Mijn opa hield ‘m eerst tegen zijn eigen oor, dan knikte hij, en vervolgens hield ik ‘m tegen mijn oor. Wat vond ik dat mooi; eerst de spanning of er wel iets te horen zou zijn en dan heel in de verte het zachte geruis waar ik, hoe langer ik luisterde, de zee in herkende. En dan zei ik er iets over: dat de zee ver weg was dit keer, of juist dichtbij omdat hij wild was, soms was het de blauwe zee met de zon, soms de grijze zee in de winter… Ik kon er heel lang naar luisteren, tot mijn oor gloeide. Daarna legde ik de schelp voorzichtig terug.

We dronken nog een kop thee, en ik herinner me goed de stilte die er toen was, daar in de woonkamer van mijn opa. Zo anders dan voordat ik in de schelp had geluisterd.
En dan ging ik weer, opgetogen en gerustgesteld, terug naar de drukte in mijn straat.

Dit alles kwam in heldere penseelstreken voor mijn geestesoog door een tekst die ik tegenkwam van Julian Barnes uit ‘Het tumult van de tijd’:
De kunst is de fluistering van de geschiedenis, die boven het tumult van de tijd te horen is. (-) Wat kon er tegenover het tumult van de tijd worden gezet? Alleen de muziek die in onszelf zit –de muziek van ons wezen-, die door sommigen wordt omgezet in echte muziek. Die tientallen jaren later, als ze sterk, echt en zuiver genoeg is om het tumult van de tijd te overstemmen, wordt omgezet in de fluistering van de geschiedenis. Dat was waar hij (componist Dmitri Sjostakovitsj) aan vasthield.

Het vaste ritueel in mijn kleine leventje van het bezoek aan mijn opa was belangrijk voor me. Achteraf kan ik zeggen dat het mijn manier was om voorbij het tumult te gaan, om gehoor te geven aan een onbestemd verlangen naar iets diepers, een diepere fluistering. Opmerkelijk was dat we amper spraken bij deze terugkerende bezoekjes, net zomin als ik er met anderen over sprak. Dat verraadt voor mij ook de waarde ervan, het breekbare van zo’n fluistering, het diepere verlangen van mijn wezen.

Alleen de muziek die in onszelf zit –de muziek van ons wezen-, kan tegenover het tumult van de tijd worden gezet, zegt Barnes. Mooi vind ik dat, en zo actueel. Wat moeten we anders in deze rare tijd? De muziek van ons wezen zit in ons allemaal; het is doen waar je hart naar uitgaat, doen wat van waarde is voor je, echt en oprecht. Dwars door al het tumult heen, voorbij alle angst, ruis, geschreeuw, gelonk van de media, populistisch geroep van politici, gemanipuleer van commerciële zenders, dominant gedrag van de menigte…daaraan voorbij, luisteren naar de fluistering van iets diepers.

Dat vraagt onthechting, niet meteen reageren, niet met iedere rijdende trein mee, maar even blijven dralen op het perron. Afstemmen op een andere frequentie, om je eigen muziek te horen. Ook al is het een vaag geruis in de verte, als je erbij blijft, met aandacht, kan het een zee worden. De muziek van je wezen.

Ik wens je hele fijne feestdagen, met hopelijk weinig tumult en veel mooie muziek.

Dit vind ik zelf erg mooi: Lux Aeterna 

Het eerste geloof

longchen-rabjam-e9be99e992a6e5b7b4e5b08ae88085-40-jpg

Zolang als ik me kan herinneren ben ik gelovig. En dat heeft me altijd verbaasd, want waar had ik dat vandaan? Ik ben atheïstisch opgevoed en ik zat niet op een katholieke, protestante of antroposofische school of iets dergelijks. Ook had ik geen vriendinnen die daar mee bezig waren, of het moet dat ene vriendinnetje zijn geweest dat een netje knikkers kreeg als ze op zondag met haar moeder meeging naar de kerk. Ik wilde wel, ook zonder de beloofde knikkers, en dus ging zij ook.

Ik herinner me nog goed, de eerste keer dat ik in de kerk zat, hoe prachtig ik het vond. Het gebouw alleen al, en dan eenmaal binnen, de geur en de sfeer; het plechtige, aandachtige en stille, het samen zingen. Voor kinderen was er zondagsschool, op zolder boven een van de zijbeuken van de kerk. Daar werden verhalen verteld die ik erg mooi en ook spannend vond. Ik mocht er niet heen van mijn ouders, maar sinds dat eerste bezoek was er iets onomkeerbaars gebeurd, dus ging ik stiekem. Ik glipte de kerk binnen, pakte net als iedereen het zwart gekafte liedboek, nestelde me onopvallend achterin, en zong mijn eigen lied (ik had geen idee wat er stond). Ik zag de engelen aan het plafond, Maria in de nis, het lichtspel door de glas in loodramen en vertoefde soms zo in mijn eigen wereld dat ik vergat naar de zolder te gaan.

Maar het was al voor de zondagsschool dat ik vanzelfsprekend tot iets/iemand sprak als ik verdrietig was, bang of eenzaam. Thuis deed ik dat met mijn hoofd onder mijn kussen, onderweg lopend naar school prevelde ik voor me uit. Het was er gewoon, als vanzelf en ik sprak er met niemand over. Maar wanneer is het begonnen? Dat fascineerde me al een tijdje en toen las ik onlangs dit citaat in ‘Nora’ van Colm Tóibín (pag.370):

Om te kunnen geloven, moet je geloven. Als je eenmaal geloof hebt, kun je meer gaan geloven, maar je kunt niet geloven voordat je begint met geloven. Dat eerste geloof is een mysterie. Het is een soort geschenk. En dan is de rest logisch, of kan het zijn. Maar het kan niet bewezen worden, zei ze. Je kunt het alleen voelen. Ja, zei hij, maar het gaat niet om bewijs. Het is niet als twee plus twee, maar meer of je licht toevoegt aan water. Je moet eerst iets hebben.

Je kunt niet geloven voordat je begint met geloven. Er ging een golf van herkenning door me heen. Er is geen beginpunt, omdat het er altijd al is geweest, als een vaste waarde. Een geschenk. Alsof je licht toevoegt aan water, een helder beeld en tegelijk niet te begrijpen. En dat is misschien wel wat me er het meest in aantrekt: dat ik het niet begrijp. Ik hou van dingen (en mensen) die ik niet begrijp.

Dat er zoveel meer is dan ik kan vatten en bevroeden, stelt me gerust. Wat me binnenvalt, me ontreddert, me koestert in het holst van de nacht en wat me meetrekt naar plekken waar ik logischerwijs niet heen zou gaan, dat maakt me gelukkig. Het deel van mijn man waar ik geen vat op krijg, de invallen bij het schrijven waar ik altijd weer op hoop maar die ik niet kan bedenken, de ontmoeting met een onbekende die iets zegt wat me verrast, de teksten van de Dzogchenmeesters Padmasambhava en Longchenpa die me diep raken zonder dat ik ze echt begrijp. Het idee dat er nog zoveel meer is in het heelal dat oneindig en ongekend is.
En daarom snap ik niet dat geloof zo vaak versmald wordt tot één instituut of persoon of boek. Dat het wordt vastgepint op een kerk, een tempel of een moskee, waar slechts een belijdenis kan zijn? Dan gaat wat mij betreft het geschenk verloren. Het eerste geloof is van voor die verschijningsvormen, het is een mysterie. En dan is de rest logisch.

 

Onverschrokken liefde

Binnenkort is het Valentijnsdag, de dag waarop geliefden elkaar extra aandacht geven met bloemen, cadeautjes, of een kaartje. Op mijn lezingen en in mijn werk als relatiecoach wordt meestal wel duidelijk dat ik niet zo’n voorstander ben van zo’n ‘aparte’ dag van aandacht, en ook niet van de zoetsappigheid die eromheen hangt. Ik ben meer een voorstander van iedere dag Valentijnsdag. Je geliefde aandacht geven..doe dat vooral dagelijks! Want wat is er fijner dan een kus, een compliment, een goeie grap, een onverwachts gebaar en oprechte aandacht voor elkaar te midden van de dagelijkse sores?
En de zoetsappigheid? Een relatie is grillig, intens, prachtig, ingewikkeld, en soms meedogenloos en pijnlijk. Geen sprookje zou ik zeggen maar veeleer een avontuur. En grappig genoeg sluit dit wel aan bij iets wat ik las over de heilige Valentijn en 14 februari.

Ik kwam het volgende tegen:
In 496 riep Paus Gelasius 14 februari uit tot de dag van de heilige Valentijn. Er deed een legende de ronde over ene bisschop Valentijn, die regelmatig stellen in de echt verbond. Op een goed moment kwam weer een jong paar bij hem met het verzoek hen te trouwen: de man was een ‘heidense’ soldaat, de vrouw een christen. Volgens de wet was het hen niet toegestaan te trouwen. Maar Valentijn vond de liefde zwaarder wegen dan de wetten van de keizer, en huwde het stel. Al gauw kwamen meer paren met hetzelfde verzoek. Uiteindelijk werd hij aangegeven en gearresteerd. Toen hij voor de keizer moest verschijnen, probeerde hij die te bekeren. Claudius voelde zich beledigd en liet Valentijn martelen en onthoofden. Dat gebeurde op 14 februari, maar welk jaar het was, is onduidelijk. Voordat het vonnis werd uitgevoerd, zag Valentijn nog kans het dochtertje van de gevangenisbewaarder een briefje toe te stoppen: ‘Van je Valentijn’, stond erop.

Niet zo heel romantisch, 14 februari als de dag waarop Valentijn gemarteld en onthoofd werd (toegegeven, dat briefje voor de dochter dan weer wel). 
Maar wel heel mooi dat deze bisschop Valentijn de liefde zwaarder liet wegen dan de wetten, en daarvoor bleef staan, ook als dat betekende dat de dood erop volgde.

Heel in de verte herken ik daar wel iets van: op een goed moment in mijn leven was het een besluit dat ik de liefde erkende als een belangrijke levensbehoefte en niet als een prettige bijkomstigheid. Ik wilde er vol voor gaan. Vanaf toen was duidelijk dat als het niet goed ging in mijn relatie, het niet goed ging met mij. Dan wist ik dat er werk aan de winkel was: niet denken dat het wel vanzelf overgaat maar bespreken, eerlijk zijn over mijn verlangens, niet zwichten, blijven zoeken, benieuwd ook naar zijn motieven, onthechten en onbevooroordeeld kijken en echte aandacht geven, dat soort zaken. Ik heb het bovenaan mijn lijst van ‘heel belangrijk’ gezet, wat betekent dat ik het standvastig moet uithakken in mijn dagelijkse drukke leven, waar zoveel dingen altijd weer strijden om aandacht. Een onverschrokken keuze.

Aan het slot van mijn boek ‘Een schat aan liefde’ schrijf ik: De schatkamer van je relatie is goed gevuld. De kunst is nu om die schatten te koesteren en aan te blijven spreken. En je niet te laten leiden door de waan van de dag, door de onbenullige dagelijkse gewoontes of dwingende activiteiten die strijden om voorrang. Wat kan nou belangrijker zijn dan de liefde? Ik kan niks bedenken.

Laten we proosten op de liefde, de onverschrokken liefde!

Marthe van der Noordaa

Relatiecoaching

Cirkel van invloed

Terug van een vakantieperiode, wat in mijn geval een krant-televisie-social medialoze tijd betekent, grijpt het me naar de keel: het nieuws. En dan vooral de berichten over de grote stroom van vluchtelingen die op gang is gekomen, en de opmars van IS.
Het baart me zorgen en een gevoel van onmacht maakt zich van me meester: waar moet die enorme stroom van ontheemde mensen heen? Een tijdelijke opvang –als die er al is- is nog geen thuis. En dan hebben we het nog lang niet over een mogelijke toekomst?
Dan weer verschijnen beelden op mijn netvlies van aanhangers van IS die de tempel Baal-Shamin in Palmyra vernietigen of de foto van Kayla Meuller die tot persoonlijk eigendom van IS leider Abu Bakr al-Baghdadi was gemaakt. Hoe ver kan het gaan en waar gaat dat heen?

Toen ik vannacht wakker werd en het nare gevoel me weer als een insect bekroop, herinnerde ik me ineens een advies dat ik ooit kreeg van een wijs persoon.
Hij zei: ‘Je moet onderscheid leren maken tussen jouw veld van aandacht en je cirkel van invloed.’ Hij liet me op een groot wit papier een veld tekenen met daarin alles wat mijn aandacht trok de laatste tijd. Dat was nogal wat en het veld bestreek zowat het hele vel papier. Vervolgens moest ik daar binnen een cirkel tekenen met alle personen en kwesties waar ik daadwerkelijk invloed op kon uitoefenen. Deze cirkel was aanzienlijk kleiner.
Het gaf me direct rust, gevoelens van onmacht verdwenen, er kwam richting.
Niet alles wat je aandacht trekt, kun je beïnvloeden, of anders gezegd: het is zinniger om je aandacht te richten op zaken waar je invloed op hebt, en op die manier bij te dragen aan deze wereld.

Daar moest ik aan denken afgelopen nacht, en ik werd wakker vanochtend met zin in deze dag. Zin om voluit te gaan doen wat binnen mijn cirkel van invloed ligt, met om te beginnen: pannenkoeken bakken als ontbijt voor onze jongste die zo geen zin heeft in zijn eerste schooldag. En vervolgens: mijn werkkamer op orde brengen voor alle lieve mensen die daar het komende seizoen langskomen, maar ook: me voorbereiden op het inspiratietraject rond de liefde dat ik samen met mijn man ga geven. Ik ga dagen inplannen in het najaar zodat ik de deuren van mijn coachingspraktijk ook in Amsterdam kan openen, en ik zal mijn gedachten laten gaan over wanneer en hoe ik weer een studietraject rond boeddhistische Dzogchenteksten zal starten, omdat daar vraag naar is. En niet te vergeten: deze blogtekst schrijven, want dat doe ik zo graag.

Ik ben er weer, fijn dat jij er ook bent. Veel plezier en succes met alles wat jij gaat doen, binnen jouw cirkel van invloed.

Mijn aanbod dit najaar:
‘Schatkamer van de liefde’, inspiratietraject van 3 losse dagen
‘Voluit liefhebben’, lezing op 26 nov
coaching en relatiecoaching, in Empe en Amsterdam