Meer mededogen, minder tranen

Dankbaar ben ik dat ik in Nederland woon.
En niet in de Gazastrook, waar je moet vechten voor je eigen stukje grond, je huis;
Niet in Wit-Rusland waar je een afwijkende mening met gevangenschap of de dood bekoopt;
Niet in Servië, waar al vijftig jaar een dictatuur heerst en de economie op instorten staat;
Niet in Afrika, waar door de droogte steeds vaker geen water uit de kraan komt;
Niet in Italië, (hoe aantrekkelijk ook met zijn historische schatten) het wordt geteisterd door corruptie. En zo zijn er nog veel meer landen op te noemen.

Dankbaar ben ik dus dat ik hier veilig woon, een eigen huis kan hebben, dat er een zorgstelsel is, de vuilnis iedere woensdag wordt opgehaald, er dagelijks water uit de kraan komt en ik deze blog kan schrijven en daarop mijn eigen visie en mening kan uiten, zonder bang te zijn om opgepakt te worden. Wat een geluk.
En het geeft me ook een gevoel van verantwoordelijkheid. Om verder te kijken dan mijn eigen hachje. Om zorg te dragen voor wat er nodig is, voor de mensen die lijden, voor de aarde die lijdt, voor de verschrikkingen die mijn huiskamer binnenvallen via het nieuws.

In mijn favoriete serie ‘The new pope’ wordt aan de paus (prachtrol van John Malkovich) gevraagd: ‘Waar huilt u om?’ 
En hij antwoordt: ‘Om de onuitputtelijke imperfectie van de wereld.’
En vervolgens zegt hij: ‘Al het lijden in de wereld zijn uitwassen van de liefde.
Verstoringen van het vermogen om lief te hebben. De vraag is: hoe moeten we liefhebben?’

Dat vind ik een hele mooie en actuele vraag. 
Niet vragen als: hoe lossen we dat op? Hoe herstellen we de economie? Welke sancties zijn nodig tegen welke machthebbers? Etc. Maar: Hoe moeten we liefhebben?
De vraag stellen opent al een weg naar een nieuw antwoord op de onuitputtelijke imperfectie van de wereld. Stel je voor dat het de openingsvraag zou zijn als alle Europese landen bij elkaar komen rond het klimaatverdrag: hoe moeten we de aarde liefhebben? Of rond het vluchtelingenvraagstuk? Hoe kunnen we liefhebben? Wat revolutionair zou dat zijn.

Bij mij rijst op: ons verbinden met het lijden. Om te beginnen met ons eigen lijden, onze imperfectie, en vervolgens met het lijden van de mensen om ons heen. In het boeddhisme wordt gesproken over mededogen. Dat is een specifiek soort liefde, karuna: de liefde die het vermogen heeft het lijden van anderen te verlichten. 

Ik schreef er dit over in mijn boek ‘Een Zucht van verlichting’ (pag.83):
Mededogen strekt verder dan de liefde voor je eigen ‘kringetje’. Beperkte liefde wordt alomvattende liefde. Het behelst alle mensen en wezens om je heen. Je kunt alleen op die manier liefhebben als je de ander, het andere wilt begrijpen, als je wilt zien waar de ander aan lijdt en wat hij of zij behoeft.‘Om lief te hebben moet je leren begrijpen’, heeft Boeddha gezegd. Begrip komt voort uit aandachtig kijken naar de ware aard van de dingen. Dan ga je zien dat er geen afzonderlijk zelf is; dat de dingen en de mensen bestaan in onderlinge afhankelijkheid. In het wegvallen van het onderscheid ervaar je liefde.

De onuitputtelijke imperfectie van de wereld roept steeds weer op tot mededogen. Zoveel zaken die raken en die bestaan in onderlinge afhankelijkheid. Als iets ons op dit moment wereldwijd met elkaar verbindt is het wel Covid. Wat een kans biedt het om hier vanuit verbinding en mededogen een antwoord op te geven: om te beginnen door mondiaal af te spreken dat het patent op de vaccins wordt vrijgegeven, zodat het beschikbaar komt voor alle landen. Helaas, voor alsnog is het ieder land voor zich en de farmaceutische industrie voor zichzelf. 
Maar wat we ook doen, er verandert niets aan dat de mensen blijven bestaan in onderlinge afhankelijkheid. Als wij in Europa allemaal zijn ingeënt, maar de mensen in bijvoorbeeld Afrika niet, blijven we ziek worden. Zolang er mensen aan de andere kant van de wereld sterven aan honger, zijn wij niet rijk. De armoede in de wereld is verbonden met onze rijkdom. Dat gegeven ligt aan de basis van de enorme stroom ontheemden die naar de rijke landen op de vlucht zijn. We blijven met elkaar verbonden.

Als je je laat raken door het lijden van anderen, valt het onderscheid weg en is het een natuurlijke reactie om te helpen. In die zin is mededogen actief, het is een werkzaamheid. Het roept handelen op. Een vanzelfsprekende natuurlijke impuls tot geven. Wat dat is, dat mededogend handelen, is heel persoonlijk. En steeds weer een keuze. 
‘Wat heeft het voor zin, die kleine bijdrage die ik kan leveren?’ Heel veel. Iedere daad van liefde, van mededogen, is een lichtpuntje in het leven van een ander. En alle individuele lichtpuntjes samen maken dat de wereld er anders uitziet.
Of zoals the new pope zegt: Hopelijk minder tranen in de oceaan van de menselijke geschiedenis.

Meer mededogen, minder tranen, hoe fijn zou dat zijn.

Lieve groet,
Marthe van der Noordaa

Vrienden in de stilte

IMG_3064

Sinds we aan zee wonen wandelen we veel over het strand. Lange wandelingen, korte wandelingen, even kuieren en weer terug, het maakt niet uit, het verveelt nooit. De zee is iedere dag weer anders, net als de eindeloze luchten en de patronen in het zand. Ik kan er uren naar kijken, steeds weer. Mijn favoriete tijdstip is zondagochtend bij het krieken van de dag, als er bijna niemand is, een enkele wandelaar met hond in de verte. De uitgestrektheid, zo fijn. Het wandelen laadt me op, maar het spoelt me ook schoon, na een dag werken bijvoorbeeld.

In het weekend spreken we af dat we niet over werk praten, als we langs de zee lopen. En dat is best een ding, als je zo met hart en ziel verbonden bent aan je werk. Er is altijd wel iets wat me beroert en wat ik dan graag deel of bespreek. Liever niet dus, want voor je het weet leidt het een tot het ander en ben je toch weer aan het werk.
En soms spreken we af om te wandelen in stilte. Dat vind ik ook opmerkelijk fijn en bij vlagen heel efficiënt; als ik vol ben van iets of verwikkelt in een conflict of simpelweg verdrietig of gefrustreerd. Wat het ook is, alle onrust in mij zakt al wandelend in de stilte naar beneden. En zaken waar ik me aan kan hechten, die versterkt worden als ik er woorden aan geef, verliezen in de stilte een bepaalde urgentie of betekenis. Er komt ruimte. Perspectief verandert, zonder een woord.

Cuong Lu, een boeddhistische leraar en schrijver, zegt hier iets moois over in een interview in dagblad Trouw. Hij heeft meditatielessen gegeven aan gedetineerden in vier Nederlandse gevangenissen. ‘In ieder mens schuilt een stilteling. In iedere gevangene schuilt een boeddha. Als ik in deze samenleving om me heen kijk, denk ik: iedereen wil winnen, iedereen wil dat het in relaties gaat zoals hij of zij dat wil. Je kunt wel in vrede geloven, maar innerlijk blijft de mens altijd een oorlogsveld.’

Samenwerken, samenleven, samen een huishouding runnen of een team, vrijwilligerswerk doen, een elftal begeleiden, een klus klaren.. dat ‘samen’ kan fijn zijn maar ook heel ingewikkeld. Voor je het weet is er een conflict, voelen mensen zich niet begrepen, niet gehoord, wordt er olie op het vuur gegooid en zijn de rapen gaar.
Woede, onbegrip, veroordeling, machtsstrijd, het kan heel nabij zijn, in huis, op je werk, met de buren (daar zijn zoveel conflicten dat je er een programma met een tv-rechter mee kunt vullen). Maar ook verder weg, in de politiek, het land, in de wereld; zoveel machtsstrijd en oorlogen.

‘Ik zat gewoon naast de gedetineerden met mijn ogen dicht. Ik gaf de vrede in mezelf aan hen’, aldus Cuong Lu. ‘In de stiltes viel de scheiding tussen mij en hen weg. De meditatielessen hielpen de gevangen om zichzelf zonder oordeel te zien, en daardoor konden ze soms voor het eerst hun eigen fouten inzien.’

Mooi. In de stilte kun je de ruimte ervaren onder de emoties, pijn, onmacht. Er klapt iets open waardoor je blikveld verruimt. En misschien nog wel belangrijker: je krijgt contact met een diepere grond waarin je samen kunt komen, zoals de wortels van twee planten die naast elkaar staan in dezelfde aarde. Boven de grond voor het oog twee totaal verschillende planten, ondergronds verbonden. De scheiding valt weg. Een logische reactie op onmacht en pijn is je terugtrekken, je afscheiden, en dat is nou net wat het lijden vergroot. Apart blijven, willen winnen.

Cuong Lu: ‘Als je gelooft dat vrede mogelijk is, zijn we allemaal vrienden.’ 

In ieder van ons zit een groter of kleiner oorlogsveld. En er zijn zoveel wegen en manieren om daarmee om te gaan. De stilte is een mooi antwoord. Niet afreageren of voeden maar er laten zijn. Zonder oordeel bezien, in stilte. Contact maken met het ruimte veld eronder, waar het onderscheid wegvalt. Waar we vrienden zijn.

 

Marthe van der Noordaa

 

 

Het strand van mijn jeugd

IMG_0808

De westkust van Frankrijk was het geworden. We hadden voor drie weken een mobile home gehuurd op een camping. Niet eerder bleven we zo lang op een plek, een experiment… Het was een lieflijk plaatsje, vlakbij het strand, waar ik als meisje vroeger veel geweest ben. Na een week werd duidelijk dat ik slecht sliep op de bedjes in de stacaravan die hard, synthetisch en smal waren. En na nog meer slapeloze nachten begon mijn ontsteking in mijn schouder weer op te spelen en toen gebeurde het: ik gleed af en zag met de dag meer wat er niet deugde. Het weer was wisselend, de camping was klein en benauwd, we hadden geen zicht en de voorzieningen waren uit een andere eeuw. De mensen waren erg frans, lees: afstandelijk en gereserveerd en er was eigenlijk maar een strandje waar we naar toe konden, de rest was zeer toeristisch. Emotioneel belandde ik in iets wat op regressie leek: in stukjes van mijn jeugd. Ik kon me niet voorstellen dat ik het drie weken ging volhouden hier. Tot ik op een dag op de veranda van de caravan in een boek van Pema Chödrön iets las wat mij daaruit tikte.

Ieder moment kunnen we kiezen voor toenemende helderheid en geluk, of voor verwarring en pijn. Waar wens je je op te richten? Welke gedachtes voed je?
Alles wat tegenzit of tegenvalt, werd me op slag duidelijk. De ene tegenvaller roept de andere op en de lijst wordt makkelijk alsmaar langer.

Hoe kunnen we onze aangeboren intelligentie aanspreken om te zien wat hulp biedt en wat schaadt, wat agressie aanwakkert en wat onze ruimhartigheid naar boven brengt? Dit pad onthult drie menselijke kwaliteiten: aangeboren intelligentie, aangeboren ruimhartigheid en aangeboren openheid.
Intelligentie: als we niet verstrikt raken in hoop en angst, weten we intuïtief wat juist is.
Ruimhartigheid is ieders vermogen om lief te hebben en mededogend te zijn: de kwaliteiten van het hart. En openheid: de oneindige ruimte van onze geest die open is en onbegrensd.
Onderbreek je bezigheden voor enkele seconden en haal drie keer heel bewust adem. Dan ervaar je dat er een keuzemoment is.

Dat deed ik, ter plekke. En ik merkte direct dat er ruimte kwam, de ruimte om vrij te kiezen. Ondanks mijn moeheid en pijn, nog steeds vrij om te kiezen: om de gedachten te blijven voeden die me in de vernauwing hadden gebracht of me te richten op mijn intelligentie en open geest. Er klapte daar op de veranda iets open, mijn blik werd verruimd. Wat ik vervolgens zag, was dat we op een volstrekt authentieke plek waren: bij het strand waar sinds mijn jeugd amper iets veranderd was. Er waren alleen Fransen, we hebben geen andere taal gehoord. De camping was klein maar zeer persoonlijk met vaste bewoners die zo verbaasd waren dat we er stonden, dat ze ons amper aan durfden te spreken. Het strandje, op loopafstand, lag mooi tussen de rotsen, en omdat er weinig parkeerplekken waren, was het lang niet zo toeristisch als de omliggende stranden. Iedere ochtend konden we een duik nemen en hadden we de zee voor onszelf.
En de bedjes in de caravan? Ja, die waren echt hard en sliepen beroerd. Dat bleef een feit. Ik vind het fascinerend dat het mogelijk is om binnen een paar minuten twee totaal verschillende versies te zien van een zelfde situatie.

We zijn drie weken gebleven. Bij vertrek kwam de meest zwijgzame buurvrouw vanachter haar rozen en kabouters vandaan en zei: “C’est dommage que vous partez, voilà un cadeau pour vous.” Ze had al die dagen zwijgend zitten haken op haar veranda en gaf ons een wit kanten kleedje. Zo lief. Ik omhelsde haar, enigszins tot haar schrik.

Het is heel verleidelijk om de bekende afslag te nemen en de lijst te voeden met tegenvallende of negatieve zaken uit ons leven. Het is zo gebeurd. Maar ook zo doorbroken, dat vind ik het goede nieuws. Door te beseffen dat je op een bekende afslag beland bent, dan drie keer diep te ademen en je aandacht te richten op de hoofdweg: het pad van helderheid, intuïtie, en openheid. Waar overigens drie keer het woord aangeboren voor staat: we kunnen dat dus van nature! Heel geruststellend, vind ik.

Ik verheug me op de toepassing. Het begon gisteren al toen ik een collega tegenkwam: ik wou bijna zeggen dat ik op zag tegen het nieuwe seizoen vanwege de drukte. In een flits zag ik de afslag voor me: een beetje vooraf klagen en voeding geven aan de clichés van een volle mailbox en te korte zomers. ‘Ik heb zin om aan de slag te gaan en iedereen weer te zien’, zei ik. En nu zit ik achter mijn buro, te doen wat ik het liefste doe: het seizoen openen met het schrijven van een stukje tekst.

Tot snel, ik hoop je ergens te ontmoeten.

Verblijfplaats waar alles thuis is

IMG_4166

Onlangs werd er een lezing van mij opgenomen in mijn werkkamer: afgeplakte ramen, gerichte lampen en een camera recht voor mijn neus. Ik ben niet bang voor camera’s. Sterker nog, ik hou van de onpeilbare diepte die ik erin zie, als een venster naar een andere wereld.
Maar tjonge, hoe lastig vond ik het om vanuit een zittende gekaderde positie mijn verhaal te houden? Een verhaal waar ik van tevoren heel gedegen over had nagedacht, maar waar ik in het moment toch weer andere woorden aan geef. En dat doe ik door in beweging te zijn, en in contact met de ‘zaal’. Dan gaat dat vanzelf. Daar is niets gekunstelds aan. Al zittend voelde ik me steeds stijver worden, ik moest opnieuw die ‘spontane’ stroom uitvinden..en dat duurde wel even, arme (gelukkig geduldige) cameraman.

De lezing ging over creativiteit en scheppingskracht, een mooi onderwerp waar ik graag over vertel, met veel ervaringen uit de tijd dat ik theater maakte en scenario schreef, maar waar ik ook een link kan leggen met een andere grote liefde: de scheppingskracht bezien vanuit de Dzogchenleer.
In de afgelopen weken heb ik meerdere lezingen gegeven, en ik merk dat ik direct of indirect altijd weer kom te spreken over het belang van helemaal aanwezig zijn. Aanwezig zijn in wat zich aandient. De diepere acceptatie daarvan.
Longchenpa zegt daarover:

Er is geen enkele staat
die niet die onmetelijke staat
van aanwezigheid is.
Het is de verblijfplaats waar alles thuis is.
Verblijf dus hier,
want dit kan niet opgebouwd of afgebroken worden.

Het Juwelenschip, pag. 34

Dat vind ik zo mooi: het hier en nu als verblijfplaats waar alles thuis is. Verblijf dus hier. Ik word daar heel rustig van. Dat er niets anders is buiten het hier en nu en daarin is het precies zoals het moet zijn.
Zo simpel, en ook zo confronterend. Want de weerbarstigheid, de frustratie en de pijn dienen zich uiteraard ook aan in het hier en nu. Ik loop al weken met een schouderontsteking die veel pijn doet, en maakt dat ik slecht slaap. ‘Er is niets anders buiten het hier en nu en daarin is het precies zoals het moet zijn’, zeg ik ook dan tegen mezelf. En ik blijf me erdoor gesteund voelen.
Net als door dit gedicht van Paul Ferrini.

Wanneer daalt de hemel op aarde neer?
Als dit moment genoeg is
Als deze plek genoeg is
Als deze vriend genoeg is
Als deze omstandigheden genoeg zijn.
Als je niet meer naar iets anders verlangt
Dan datgene dat zich nu openbaart.

Paul Ferrini

 

Begrijpen met mijn hart

0448cc57cd507243770011d95b768482_500x500_fit

Op de drempel van het nieuwe seizoen heb ik meer dan andere jaren ambivalente gevoelens. Ik heb veel zin om weer te beginnen, maar ik ben ook aangeslagen en ongerust over wat zich afspeelt in de wereld. Via allerlei nieuwswegen komt het binnen: de schok als er opnieuw een aanslag is gepleegd en het besef dat het nog lang niet voorbij is, maar ook het ongeloof dat een karikatuur als Donald Trump in aanmerking kan komen voor het presidentschap van de VS. En dan de onderdrukking van vrouwen en toenemende homohaat alsof we een eeuw terug zijn in de tijd, de overstromingen wereldwijd en nog steeds geen regering die de nodige rigoureuze maatregelen neemt, en ga zo maar door…
Verbijstering en onmacht voel ik. Ik kan er niet bij met mijn verstand.
Een tijd geleden zei ik in een interview voor Dagblad Trouw iets dat hierbij aansluit.

“Ik vind wat er in de wereld gebeurt bij vlagen overweldigend en onverteerbaar en om dat het hoofd te kunnen bieden, lees ik boeken. En schrijf ik.
Om te begrijpen, niet conceptueel, maar met m’n gevoel, met m’n hart. Boeken doen een appèl op mijn gevoelswereld: door de vertelvorm kunnen ze de meest gruwelijke thema’s verteerbaar maken, vind ik. Dat is het verschil met kranten, met de kale feiten. Het is de taak van de journalist om zelf zoveel mogelijk buiten schot te blijven en daarmee wordt het abstracter en moeilijker toe te laten. Boeken vinden een weg naar binnen, het krijgt makkelijker een plek, er vindt een verbinding plaats.”

Dat helpt me in deze tijd: lezen om tot inzicht te komen, om te begrijpen met mijn hart zodat er een verbinding kan plaatsvinden. Want dat is wat ik wens, te midden van alle heftigheid toch in contact blijven. Ik las deze zomer onder andere ‘Het wetende hart’ van Kabir Helminsky, over de weg van de soefi. Fijn boek, troostrijk ook.

‘We kunnen onze geïsoleerde wil verenigen met de wil van de liefde. (-) Als het individu tot een staat van bewuste integratie komt en uiteindelijk tot actieve overgave, waarbij hij of zij zich direct laat leiden door zijn of haar gelouterde hart.’

Helminsky roept hier op tot actieve overgave. Onze geïsoleerde wil verenigen met de wil van de liefde. Wat apart staat is bedreigend, daar lijden we aan. Uit het hoofd, van het willen bevatten, naar het hart. En je daardoor laten leiden. Dan ontstaat er weer verbinding. Met de liefde, met een ander, welke ander dan ook. In de grond zijn we verbonden. Hier kan ik me op richten, actieve overgave met mijn hart erbij, aan de liefde. Aan de mensen om me heen en dat wat me lief is. En dan verdwijnt iets van de onmacht.

En daar hoort ook het steentje bij dat ik kan bijdragen dit seizoen:
Een schat aan Liefde, een traject rond de liefde in Amsterdam, samen met mijn man Bas Klinkhamer
Twee lezingen op verzoek: Van zelfkritiek naar mededogen
Ik zal dit najaar vaker aanwezig zijn in mijn praktijk in Amsterdam voor individuele coaching en relatiecoaching
Begeleiding in De ITIP Opleiding, een krachtige en diepgaande opleiding op het gebied van persoonlijke ontwikkeling
En tot slot iets heel anders: ik heb vlak voor de zomer een verhaal gehouden op een huwelijksceremonie in een kerk, bij een stel dat op hun huwelijksdag graag een inhoudelijke bijdrage wilde over de liefde. Dat was erg leuk en fijn om te doen! Dus daar sta ik voor open, mocht mijn agenda het toelaten.

In de grond verbonden, een warme groet…