
Het was half maart en ik mijmerde voor me uit. Ik zat in de serre van ons huis, weg te kijken over het water, enigszins onrustig.
Ik ben nog aan het naschudden van de zege van BBB, die werd gevierd als was het de uitslag van de landelijke verkiezingen. ‘Normaal doen en je boerenverstand gebruiken’, is de slogan. Waarom moeten wij het verstand van boeren gebruiken? 0.6% van de Nederlandse beroepsbevolking is boer, de rest niet. Het geeft nogal wat druk.
Ik heb nog scherp op mijn netvlies hoe de boeren, al dan niet gesponsord door veevoedergiganten of vleesfabrieken en gewapend met teksten van een communicatiebureau, door Nederland trokken met hun trekkers. Het Malieveld platgereden, wegen geblokkeerd, deuren geforceerd, strobalen en asbest in de fik, vlaggen ondersteboven, ministers geïntimideerd; het boerenverstand lijkt ook gepaard te gaan met de botte bijl. En dan het ‘normaal doen’. Normaal is een dubieus begrip. Wie bepaalt de norm? Meestal wordt het geassocieerd met: geen afwijking, geen verwondering, geen verrassing, binnen de lijnen blijven, geen gekkigheid, mee in het gareel, niet boven het maaiveld. Niet heel aantrekkelijk, wat mij betreft. Het slaat alles zo plat als een weiland.
Ook was ik onrustig over het feit dat de oorlog in Oekraïne nog steeds gaande is, nog steeds! Wie had dat gedacht? 14 maanden nu, vanaf februari 2022 worden er steden gebombardeerd, jonge soldaten het slagveld op gestuurd, gezinnen ontwricht, vrouwen verkracht, mensen vermoord. Misdadig en zinloos. En hoe eng is het dat het eigenlijk geen voorpaginanieuws meer is? Laten we er vooral niet aan wennen.
Dichterbij huis gemijmerd, zag ik dat de meerkoetjes weer als eerste jonkies hebben. Ze winnen altijd ruim van de eenden en de ganzen, die nog maar net op het nest zitten. Daar staat weer tegenover dat meerkoetjes niet de meest oplettende moeders zijn in de vijver: veel kuiken meerkoetjes worden opgegeten, waardoor ze nog een tweede leg en soms een derde moeten doen. En onze jongste zoon blijft zich dapper door de eindexamen periode heen worstelen, boeken vol droge stof worden er doorgeploegd. Buiten blijft het maar koud. En toen overleed mijn vader en stond alles stil.
Mijn lieve vader van 92. Het gemis, meteen eigenlijk.
Een knagend leeg gevoel in mijn buik.
Veel te vroeg wakker in de ochtend ‘O ja, hij is er niet meer’.
Tranen in de supermarkt, de radijsjes waar hij zo van hield, pak ik als vanzelf. ‘O nee, die hoeven niet meer’. De route naar zijn huis, iedere zondag dezelfde route, voelt nu anders.
In de lift van het appartementengebouw, zonder hem naar boven.
Het loslaten is zo pijnlijk.
Het is wel begonnen, het moet ook wel, want het huis moet leeg. Intens is dat. Zijn truien, zijn pakken, zijn boeken, zijn koffers (waarom had hij zoveel koffers?), stapels brieven en foto’s die door mijn handen gaan, ieder met een herinnering waar ik wel maanden over kan mijmeren. Een heel leven klapt open. Het servies waar we altijd thee uit dronken. Een stoffen doek waar zilverbestek uitrolt. De rode guide de Michelin (hij ging nooit op reis zonder deze guide). Zijn adressenboekje, met zijn handschrift. De meubels en schilderijen.
Wat blijft en wat gaat?
Het laatste moment, zaterdagochtend 8 april, het is koud, maar de zon straalt. We lopen in familieverband in stilte over de heuvelachtige begraafplaats.
Een lang pad. Een prachtige stilte.
Naar het graf van onze moeder, de vrouw waar hij zo van hield. Nu het graf van hen samen.
De laatste woorden. Stilte. Alleen het zingen van de vogels.
Je was dol op vogels. Als we in de tuin zaten zei je vaak ‘hoor je de vogels?’
Het langzaam zakken van de kist, door de dennentakken.
Je gaat. Je was al weg, maar nu ga je echt.
Bij de het condoleance afscheidsdiner zei ik ‘je leven is ten volle geleefd, gebogen, gebutst, alles gedaan, klaar om te gaan. Die vader van 92 is niet het gemis, maar wel zal ik de persoon missen die je was.’ Oprecht, altijd benieuwd, uitgaand van het goede. Een bankman zonder eigenbelang. Zijn goede aard. Vrijgevig, heel vrijgevig. Ook zichzelf te veel wegcijferend.
Kunnen genieten van kleine dingen en momenten. Nooit geklaagd, geen dag. ‘Hoe is het met jou? Hoe is het met de kinderen?’ In stilte meer gedragen dan we wisten.
Eigenwijs, koppig. Niet willen douchen. Geen steunkousen. Geen crème op de wonden. Lange tijd alleen met een stok willen lopen, ondanks het vallen.
Grote liefde voor goede Franse wijn en vrouwen in jurken.
Die man ga ik zo missen. Dankbaar dat hij mijn vader was.
Marthe van der Noordaa