Groter dan de ploeterende mens

We hebben deze zomer gewandeld in de Zwitserse Alpen. Voor het eerst, sinds 28 jaar, zonder kinderen. Samen op pad, lopen in de bergen en maar zien waarheen en hoe lang. Geen rekening hoeven houden, geen protestgeluiden in mijn rug, toch maar niet die steile route etc … We konden voluit gaan. Het was heel fijn en magisch. De uitzichten, het opgenomen worden door de omgeving, de schoonheid van de nietigheid, de fysieke inspanning en mijn conditie, ook redelijk magisch dat die zo goed was? Ik ging erg moe op reis en was binnen twee dagen fris en fit als een hoentje.
Op een dag zagen we in de verte een gletsjer. Niet lang geleden was mijn man hier ook en in een korte tijd was de gletsjer zoveel meer gesmolten, zei hij, dat was schrikken.

Overdag geniet ik intens – het wandelen neemt me helemaal over – maar ’s nachts begint het wakker liggen. Ik weet inmiddels dat het geen zin heeft stil te blijven liggen. Dus ik sluip uit bed en ga in het donker bij het open raam zitten. Vanuit ons bergpension op hoogte is het uitzicht prachtig, ook ‘s nachts: de nachtelijke hemel staat vol heldere sterren die heel dichtbij lijken. Er bekruipt me een gevoel van ongemak en verdriet. Ik zou zo graag willen dat het anders was, maar ik ben en blijf steeds ongerust over de klimaatcrisis en hoe het eraan toegaat in de wereld.

Onlangs nog las ik in een artikel van het Europees milieu Agentschap over de Alpen dat door de temperatuurstijging van 2°C een groot aantal middelgrote gletsjers de eerste helft van deze eeuw zullen verdwijnen. De klimaatverandering in de Alpen beïnvloedt de staat van de permafrost, die het gesteente bij elkaar houdt, en het volume en de kwaliteit van de sneeuw. Er zal ’s winters meer regen vallen, waardoor er minder dagen sneeuw zal liggen. Dit heeft invloed op de manier waarop de bergen ’s winters water verzamelen en opslaan en het tijdens de warmere zomer weer verdelen. De Alpen worden ook wel de ‘watertorens van Europa’ genoemd. 40% van het zoete water in Europa komt er vandaan, het voorziet miljoenen Europeanen in lagergelegen gebieden van water! Wat kunnen we verwachten? Meer droogte in de zomer, overstromingen en aardverschuivingen in de winter en grotere veranderingen in de watervoorziening, het hele jaar door. 

Het is een delicate balans. Alles hangt met elkaar samen. Wij zijn verbonden en afhankelijk van de kwaliteit van de gletsjers in Zwitserland, om maar een voorbeeld te noemen. We zullen het met elkaar moeten oplossen.
Als ieder land, iedere provincie, iedere regering, ieder individu alleen over zichzelf nadenkt en bezig is met eigenbelang binnen dit grote vraagstuk, gebeurt er niks. De impasse houdt aan, terwijl de noodklok al luidt sinds de jaren ’80, toen er werd gesproken over zure regen. Hoe groot moet de ramp worden? Dit gaat door me heen, terwijl ik naar de sterrenhemel kijk. Ik blijf een tijd zo zitten, wat een stille schoonheid. Naast de zorg voel ik ook iets van troost. Wat ik zie is zoveel groter dan de ploeterende mens. 

Een paar dagen later dalen we af en reizen we door naar het Comomeer in Noord-Italië. Weer van een heel ander soort schoonheid. Veel historie, mooie kastelen en grote landhuizen. Het Comomeer is van oudsher een toevluchtsoord van adellijke families, kunstenaars en wereldleiders. We willen graag blijven wandelen en zoeken paden rond het meer. Maar jee, wat is het warm en drukkend! Veel te heet, wat ons betreft. Wij staan heel vroeg op en gaan op pad. In de middag vertoeven we in de schaduw, lezen en zwemmen in het meer. 
Het wakker liggen wordt niet minder. De ventilator aan het plafond staat aan. Ik voel het briesje op mijn huid. Soms sluip ik naar het balkon. Ook hier een schitterend uitzicht, we slapen aan het meer. Veel minder sterren, wel een prachtige maan. Op een nacht is er onweer, de bliksemschichten flitsen over het meer, indrukwekkend. En dan de stortvloed van regen die de droogte voor even verjaagt. Ik zit onder een dak van wijnranken, die me net genoeg drooghoudt en mijmer voor me uit. Vroeger waren de krachten en de signalen van de natuur leidend voor de mens. Zo logisch. Hoe komt het toch dat wij mensen ons het centrum van het universum wanen? Kennis, industrialisatie, wetenschap. Het heeft ons ver gebracht, maar ook zo vervreemd van de aarde en de natuur. Die liefdesband is verbroken, terwijl we er dagelijks van afhankelijk zijn.

We reizen rustig terug via Baden-Baden. Bij thuiskomst laaf ik me aan al wat thuis te bieden heeft: mijn fijne bed, mijn lieve gezin, de boeken die overal door het huis op tafeltjes op mij liggen te wachten en de zee, de heerlijk frisse Noordzee, zo vlakbij. En niet te vergeten: Zomergasten! Een voor mij vast onderdeel van de zomervakantie. Ik zie econoom Sandra Phlippen, filosoof en dichter Lieke Marsman, en muzikant en presentator Raven van Dorst. Hele boeiende gesprekken. Wat me opvalt is dat deze zeer verschillende vrouwen gemeen hebben dat ze ook een grote zorg hebben over hoe het ons vergaat in dit tijdsgewricht.

Phlippen spreekt over de economische krimp door de klimaatschade: ‘Als we zo doorgaan, en we stevenen af op 3% opwarming van de aarde, krijgt de wereld te maken met onleefbare situaties en is er straks überhaupt geen economie meer over.’ 
Marsman komt met een voor mij nieuw woord: ‘vertraagtaal’. ‘Politici bedienen zich van ‘vertraagtaal’, waarin ze weer een bijeenkomst opperen om te kijken of het inderdaad zo is dat de aarde opwarmt? En dan het zoveelste rapport gaan bekijken en bespreken. Uitstelgedrag, terwijl iedereen allang weet hoe urgent het is.’
Van Dorst heeft het over de natuur in Nederland, met alle polders: zoveel bedwongen en gecultiveerd. Van Dorst benadrukt het belang om de natuur (ook van de mens; niet vrouw, niet man, niet labelen) z’n eigen gang te laten gaan. ‘De natuur laat zich niet dwingen.’ 
Marsman wendt zich in het aangezicht van haar naderende dood tot de bijbel, ze vindt daar de woorden en de troost die ze elders niet vindt. Ik ben zelf niet zo thuis in de bijbel maar de beelden die ik overdag zie en de angsten die me s’ nachts bekruipen, hebben er wel wat mee van doen, besef ik door haar. Delen van landen die in brand staan, vulkaan erupties en overstromingen. Mensen in tenten of op de vlucht. Werelddelen die verdrogen of onderlopen. De link naar de zondvloed is snel gemaakt, een overstroming die de hele wereldbevolking meesleurt en vernietigt. En nu maar hopen dat er ergens een Noach rondloopt? De man die het monster aankijkt en bijtijds een Ark bouwt. 

Ik ben wel thuis in de boeddhistische leer. De teksten van Dozgchenmeester Longchenpa bieden me hulp en troost in deze tijd. 

Laat wat je ook doet en wat ook verschijnt
gewoon zijn in zijn natuurlijke staat,
zonder overwegingen vooraf.
Dat is ware vrijheid.
(-)
Dus verblijf hier, jullie gelukkigen,
Laat los en wees gelukkig in de natuurlijke staat.
Laat je gecompliceerde leven en dagelijkse verwarring op zichzelf staan
en kijk, vanuit rust terwijl je niks doet, naar de natuur van de geest.
Een Zucht van verlichting. pag.112

Bemoeienis gaat ten koste van de ware aard, de natuur. Wij mensen wanen ons het centrum van het universum maar dat zijn we niet. ‘Ik heb geleerd van de natuur’, zegt Raven over haar tijd op Boerderij van Dorst.
Laat de natuur leidend zijn, dan is er vanzelf ritme, balans, herstel. Er is een oerkracht in de natuur die zich niet laat temmen en uiteindelijk niet laat vernietigen, daar ben ik van overtuigd. Net als onze onverstoorbare ware aard die onder alles aanwezig is. De natuurlijke staat die beseft dat er geen afzonderlijk zelf is: dat de dingen en mensen bestaan in onderlinge afhankelijkheid. 


Marthe van der Noordaa

Verblijfplaats waar alles thuis is

IMG_4166

Onlangs werd er een lezing van mij opgenomen in mijn werkkamer: afgeplakte ramen, gerichte lampen en een camera recht voor mijn neus. Ik ben niet bang voor camera’s. Sterker nog, ik hou van de onpeilbare diepte die ik erin zie, als een venster naar een andere wereld.
Maar tjonge, hoe lastig vond ik het om vanuit een zittende gekaderde positie mijn verhaal te houden? Een verhaal waar ik van tevoren heel gedegen over had nagedacht, maar waar ik in het moment toch weer andere woorden aan geef. En dat doe ik door in beweging te zijn, en in contact met de ‘zaal’. Dan gaat dat vanzelf. Daar is niets gekunstelds aan. Al zittend voelde ik me steeds stijver worden, ik moest opnieuw die ‘spontane’ stroom uitvinden..en dat duurde wel even, arme (gelukkig geduldige) cameraman.

De lezing ging over creativiteit en scheppingskracht, een mooi onderwerp waar ik graag over vertel, met veel ervaringen uit de tijd dat ik theater maakte en scenario schreef, maar waar ik ook een link kan leggen met een andere grote liefde: de scheppingskracht bezien vanuit de Dzogchenleer.
In de afgelopen weken heb ik meerdere lezingen gegeven, en ik merk dat ik direct of indirect altijd weer kom te spreken over het belang van helemaal aanwezig zijn. Aanwezig zijn in wat zich aandient. De diepere acceptatie daarvan.
Longchenpa zegt daarover:

Er is geen enkele staat
die niet die onmetelijke staat
van aanwezigheid is.
Het is de verblijfplaats waar alles thuis is.
Verblijf dus hier,
want dit kan niet opgebouwd of afgebroken worden.

Het Juwelenschip, pag. 34

Dat vind ik zo mooi: het hier en nu als verblijfplaats waar alles thuis is. Verblijf dus hier. Ik word daar heel rustig van. Dat er niets anders is buiten het hier en nu en daarin is het precies zoals het moet zijn.
Zo simpel, en ook zo confronterend. Want de weerbarstigheid, de frustratie en de pijn dienen zich uiteraard ook aan in het hier en nu. Ik loop al weken met een schouderontsteking die veel pijn doet, en maakt dat ik slecht slaap. ‘Er is niets anders buiten het hier en nu en daarin is het precies zoals het moet zijn’, zeg ik ook dan tegen mezelf. En ik blijf me erdoor gesteund voelen.
Net als door dit gedicht van Paul Ferrini.

Wanneer daalt de hemel op aarde neer?
Als dit moment genoeg is
Als deze plek genoeg is
Als deze vriend genoeg is
Als deze omstandigheden genoeg zijn.
Als je niet meer naar iets anders verlangt
Dan datgene dat zich nu openbaart.

Paul Ferrini

 

Thuiskomen in de stilte

Een van de fijnste momenten van de dag vind ik de vroege ochtend, als iedereen om me heen nog slaapt. Dan lig ik een beetje te luisteren naar de hanen die in de verte kraaien, de paar vogels onder het raam, het regelmatige ademen van mijn man. En daar wentel ik me in..in die rust. Het is de stilte voor de storm. Voordat alles wakker wordt en losbarst in huis; douchen, aankleden, ontbijten, trommels vullen, gymbroek kwijt, opschieten, de dag en de tijd neemt het van ons over.

Ik hou van de stilte voor de storm, maar ook na de storm en tijdens. Ik hou sowieso van stilte. In de stilte ervaar ik wat ik echt van belang vind en kan ik momenten van totaal geluk ervaren. Ik sprak erover op de eerste bijeenkomst van mijn studietraject rond de boeddhistische Dzogchenleer, dat net voor de 7e keer weer van start is gegaan. Over de zin van meditatie en de zin van stilte. Ik las dit verhaaltje voor:

Er was een eenzame monnik die op een dag bezoek kreeg van enkele mensen. Nieuwsgierig vroegen ze hem wat voor nut het leven in stilte en meditatie had. De monnik, die net een emmer water haalde uit een diepe bron, stopte zijn werkzaamheden en zei: ‘Kijk eens in de bron. Wat zien jullie?’ 
De mensen tuurden naar het water en zeiden: ‘We zien helemaal niets.’ Enige tijd later herhaalde de monnik zijn vraag. ‘Kijk weer in de bron. Wat zien jullie nu?’ De mensen zeiden opgetogen: ‘We kunnen in de weerspiegeling onszelf zien!’ ‘Dat is de kracht van de stilte,’ legde de monnik uit. ‘Ik was water aan het putten en daarom was het water onrustig. Nu is het rustig en kunnen jullie jezelf zien. De stilte van meditatie zorgt ervoor dat je jezelf kunt zien. Maar blijf nog even hier wachten. ‘Enige tijd later zei de monnik: ‘Kijk nu nog een keertje in de bron. Wat zien jullie nu?’ 
De bezoekers zeiden: ‘Nu zien we de stenen op de bodem van de bron!’ ‘Juist,’ beaamde de monnik, ‘als je maar lang genoeg wacht en opgaat in stilte en meditatie, kun je de grond van alles aanschouwen.’
[Verhaal uit: De kleren van de yogi]

Dit verhaaltje illustreert dat je in de stilte niet alleen tot rust kunt komen, maar ook jezelf kunt zien en de grond van alles kunt aanschouwen. Zo rijk is de stilte.
En zo jammer dat er vaak zoveel geluid, ruis en ingevulde ruimte is in ons en om ons heen. Vanzelf gaat het niet. Je moet de stilte echt liefhebben en besluiten steeds weer op te zoeken, als een dierbare vriend die ver weg woont. Maar als je dat eenmaal doet, dan merk je meteen hoe fijn het is. Het is als thuiskomen en het werkt zuiverend: je kunt je gedachtes en emoties laten oplossen in de stilte. ‘Je geeft het zelf de gelegenheid te rusten en zichzelf te herstellen en te vernieuwen.’ Dat is waarom je je vaak zo verkwikt kunt voelen na een moment van meditatie of stille mijmering.

De deelnemers van het traject zoeken vanaf vandaag iedere dag 10 min. de stilte op, om te herstellen en zichzelf te vernieuwen. Hoe ze dat doen, mogen ze zelf weten, er is alleen één vaste regel: sla geen dag over. Want dan bouw je ‘meditatiespieren’ op en wil je na verloop van tijd vanzelf meer, en ga je het missen als je een dag zonder zit.
Doe je mee?
Je kunt een aantal dagelijkse meditaties vinden op de pagina Meditatie.

Succes, op de stilte!

Jullie gelukkigen!

Het leek me leuk om mijn eerste weblog te openen met een tekst van Longchenpa, waar ik mijn boek ‘Een Zucht van verlichting’ mee eindig (pag.112). Alsof ik de draad weer oppak op het punt waarvan ik toen al zei dat het niet eindigt.

Bovendien vind ik het een mooie tekst voor de zomervakantie, waarin we toch graag tot rust willen komen en de dag open en ‘agendaloos’ tegemoet willen treden. Maar dan, liggend op dat strand, dwalend door stadjes of wandelend door de bergen, kom je ook zo genadeloos je eigen gehechtheden en beslommeringen tegen. Voor je het weet heb je je zorgen en gepieker over werk, relaties, familie etc. meegenomen op reis.

Dus verblijf hier, jullie gelukkigen,
Laat los en wees gelukkig in de natuurlijke staat.
Laat je gecompliceerde leven
en dagelijkse verwarring op zichzelf staan
En kijk, vanuit rust terwijl je niks doet,
naar de natuur van de geest.
Dit advies komt uit de grond van mijn hart.

Wees met volle aandacht in contemplatie
en begrip wordt geboren.
Koester het niet gehecht zijn
en je waanideeën lossen op.
En als je er helemaal geen agenda op na houdt,
verschijnt de realiteit.
Wat zich ook voordoet, wat dat ook moge zijn,
juist dat is de sleutel
en zonder dat tegen te houden of te voeden,
maar in een gelijkmatige beweging (stroom),
vrij rustend, ons zelf overgevend aan opperste bezinning,
in naakte ongerepte puurheid,
bereiken we vervolmaking.

Uit: ‘Old man basking in the sun’ Pag.xxvii/ pag.248

Wij zijn de ‘gelukkigen’ die Longchenpa hier aanspreekt, omdat we de natuurlijke staat al bezitten. Hoe verward of verdwaald we ook zijn, deze gelukzalige staat blijft binnen handbereik.

‘Laat je gecompliceerde leven en dagelijkse verwarring op zichzelf staan’.
Dat kan dus. Soms lijkt het alsof ons gecompliceerde en verwarde leven ons helemaal in beslag neemt, alsof we eraan overgeleverd zijn. Maar dat is niet zo: we hebben een keuze. De keuze om erin ondergedompeld te zijn of om de verwarring op zichzelf te laten. Je kunt je geest en je gedachtes sturen. We zijn in staat de verwarring op zichzelf te laten, als we niet grijpen naar de ervaring. Als we een moment van niks doen creëren tussen de ervaring en het handelen. Hoe doe je dat?

Door te kijken naar je persoonlijke verwarring of verwikkeling (je terugkerende problemen die je leven gecompliceerd maken). Persoonlijke verwikkelingen versmallen, je komt in een tunnel terecht. Als je ernaar kijkt, neem je net iets afstand, wat je uit die versmalling haalt. Je persoonlijke tunnel wordt breder. Je ziet dat er meer is om de verwikkeling heen.
Als je dan vervolgens bewust ontspant (gebruik je adem), schep je nog meer ruimte en word je vrij: je ervaart dat je weer kunt kiezen, in plaats van dat je eraan overgeleverd bent. Een goed voorbeeld daarvan is wat deze man vertelt over zijn vakantie in Engeland.

‘Ik liet me in het begin van onze vakantie in Engeland nogal uit het veld slaan door de omstandigheden die anders waren dan ik gewend was. Maar ook anders dan ik wilde dat het was: regen, slechte camping, m’n weg niet kunnen vinden. Ik werd daar soms erg vervelend, norsig en onrustig van. Dat ging een tijdje zo door. Maar gelukkig kwam er een moment dat ik eruit kon (en ook wel moest want we gingen toch echt niet terug naar huis). Ik ben gaan lopen, alleen.
En toen kon ik zien wat ik aan het doen was. Dat het er niet om ging wáár ik was en hóe het was, maar vooral hoe ík was. En ik moest erkennen dat, als ik zo onrustig en eisend naar de omstandigheden bleef, ik, maar ook mijn naasten echt niet gelukkig zouden worden. Dit gaf ruimte. Ik was weer terug bij mezelf en ik kon er daarna meer zijn en genieten.’

Hij is geen slachtoffer meer van de situatie, omdat hij zijn persoonlijke tunnel van onrust en norsigheid doorbreekt. Hij kijkt naar wat hij aan het doen is en schept daarmee ruimte. In die ruimte heeft hij de keuze: richt hij zich op de omstandigheden? Of keert hij terug naar zichzelf, van waaruit hij weer tot een vorm van genieten kan komen.

Longchenpa noemt het ‘vrij rustend’. In ontspannen vrijheid, handel je niet vanuit je persoonlijke tunnel, maar vanuit je natuurlijke staat.
Dan ben je aanwezig zonder reflectie. Zonder jezelf en de situatie waar je inzit, te veroordelen en dat wat je doet het etiket ‘goed of fout’ te geven.
Je valt samen met wat je doet. Je leven is dan geen krachtsinspanning, maar een realisatie die in de dingen zelf besloten ligt.
Dat is puur plezier, gelukzalig.
Fijne vakantie!