De moed om lief te hebben

IMG_0214

Foto: Roberto Colacioppo

En dan ineens is het zomer… zo voelt het dit jaar. Het heeft een aparte aanloop gehad. In de meivakantie vroor het nog ’s nachts, we hebben toen gekampeerd en moesten met mutsen op slapen, zo koud was. Vlak daarna in juni konden de korte broeken en rokjes aan en scheen de zon zo fel dat in enkele dagen alles groen was en de rozen openschoten. Daarna weer een tijd met koude wind en regen en toch maar die extra deken op het bed. Abrupte overgangen.
Ik hou van geleidelijk dus voor mij is het wennen. Ooit gingen we in de winter een keer naar een Canarisch eiland, dat was een schok voor me, de eerste 2 dagen zat ik nog in m’n lange broek en vest bij het zwembad.

Het mooie van de zomer vind ik dat er een soort ontspanning en losse blijheid over de mensen komt, gewoon omdat het lekker weer is. En met de belofte van de zomervakantie in zicht, gaat het moeten langzaam over in mogen. Loslaten, de boel de boel, achter de computer vandaan, spelen, buiten eten, blijven zitten tot de zon onder is, de tijd vergeten.. Ik fietste begin juni door een park in Amsterdam en overal zag ik mensen met elkaar op kleedjes zittend in het gras, jonglerende jongeren, stellen langs de waterkant, families rondom rokende barbecues. Er wordt gepraat, gespeeld, geflirt, gedommeld..en opvallend weinig laptops en mobiels, die ons isoleren en doen verdwijnen in een digitale wereld. De zomer nodigt uit tot samenzijn en ontmoeting.

Het sluit aan bij een tekst die ik net gelezen heb in een fotoboek dat ‘Family’ heet, een verzamelwerk van fotografen die over de hele wereld foto’s hebben gemaakt rond het thema familie. De foto’s zijn heel pakkend, maar de introductietekst vind ik minstens zo mooi. Ik zou de hele tekst wel willen delen, zo relevant vind ik ‘m, maar dat is voor dit blog te lang. Bij deze een aantal passages (vertaald uit het Engels).

“Wij verlangen allemaal naar nabijheid, maar lijken het niet te vinden in onze instant-informatie-internet-dot-com tijd. We hebben niets verkeerd gedaan. Het is alleen dat de technologie ons heeft beroofd van onze wonderen.

De foto’s in dit boek tonen wat blijvend is en wat altijd zal blijven bestaan: de liefde van een moeder, de trots van een grootvader, de lach van een kind, het verdriet van een vader. Familieliefde is sterker dan staal en beton. Familieliefde is als de wind: instinctief, rauw, broos, mooi, soms woedend, maar altijd onstuitbaar. Het is onze collectieve adem. Het is ’s werelds grootste kracht.

Stammenstrijd is geen slecht woord. Het betekent niet: oorlog. Het betekent niet: afgescheidenheid. Het betekent niet het mijne is beter dan het jouwe. Het betekent dat we naar onze collectieve onzichtbare droom luisteren. Sluit je ogen en leg je hand op je hart en voorbij het geluid van de alledaagse drukte en machinerie, zul je het geluid horen van kloppende harten van over de hele wereld. Het is hetzelfde hart. Het is een collectief hart. Wij. Ons. Niet zij of de ander. Het is het hart van een familie. Het is ons gezamenlijke lied.

Ik geloof dat elke persoon die is gestorven – in slavernij, in een oorlog, in de Holocaust, bij terroristische aanslagen, door menselijke vernietiging, droogte of hongersnood – is gestorven zodat de rest van ons kan leven. Ik geloof dat elke jammerklacht bij een graf die een moeder heeft uitgeschreeuwd naar de hemel, een smeekbede is richting de goden om genade te hebben met de rest van ons, zodat ieder van ons in onze eigen families beter en met meer genade kunnen leven.

Op enig moment zullen we allemaal dit leven verlaten en voedsel voor de wormen worden. Dat is ons uiteindelijke lot. De werkelijke vraag of we succesvol zijn geweest of niet in dit leven, gaat niet over wat we de wereld op professioneel gebied hebben gegeven, maar over de hoeveelheid liefde die we in ons kielzog hebben meegedragen.
Niet iedereen heeft de kans, het geluk of de kunde om een ​​geweldige filmmaker, architect, zakenman, kunstenaar of professor te worden. Maar iedereen met de moed om lief te hebben, kan het voorrecht verdienen om op een bank te zitten en iemand te hebben – een kind, een kleindochter, een geadopteerde zoon, een nichtje – waar je de hand van pakt en tegen zegt: ‘Je bent het mooiste dat me ooit is overkomen.’ Dat is de ultieme test van grootheid, de ultieme opstandige daad. Dat soort liefde, familieliefde, maakt ons onmetelijk krachtig.
Omdat je door zo van iemand te houden, van mij houdt en van mijn familie – en ik van jou. Moge je liefde, zoals deze foto’s, voor altijd bestaan.”

James McBride (South Nyack, N.Y.)

Zolang wij nog geen voedsel zijn voor de wormen, en er nog genade is in deze bizarre wereld zodat wij kunnen leven, laten we dan ook voluit leven en liefhebben. Door alle ruis, angst, pijn, verwarring en onzekerheid, oprechte aandacht geven aan onze naasten. Dat kan familie zijn, maar ook een vriend of buurvrouw. Het is de ander echt zien en willen ontmoeten. Op een bankje langs de waterkant of op je eigen stoep. Dansend op het ritme van ons collectieve hart.

Ik wens je een hele fijne zomer.

ps als je nog op zoek bent naar een fijn boek: in mijn digitale bibliotheek staan allerlei titels getipt door verschillende lezers.